Wie is Hall of Fame-kandidaat Wilfried Van Moer? De Kleine Generaal die 24 seizoenen in België speelde
Wilfried Van Moer is de beste Belgische middenvelder van de twintigste eeuw. Een kleine, fijnbesnaarde voetballer met vier longen, twee gouden voeten en drie Gouden Schoenen. Van vierde klasse over eerste klasse tot zelfs een EK-finale, Van Moer maakte het allemaal mee. Met een carrière van 24 (!) seizoenen in België groeide hij uit tot een van de meest invloedrijke Belgische voetballers ooit.
Toen Van Moer zich in 1957 aansloot bij Sportkring Beveren-Waes was hij amper 12 jaar. Vier jaar later kent het hele Waasland plots zijn naam. Als zestienjarige vierde hij zijn debuut in het eerste elftal met twee goals in een 1-4 overwinning. Op de Freethiel was hij een vaardige buitenspeler. Ondanks zijn bescheiden gestalte van 1,68 meter promoveerde KSK Beveren onder zijn leiding naar derde klasse en trok hij de aandacht van grotere clubs.
Rij achteruit
Na twee seizoenen ruilde Van Moer Beveren voor Antwerpen. Hij werkte als elektricien in de havenstad en zijn toenmalige baas bracht hem binnen bij eersteklasser Antwerp FC. In het Bosuilstadion belandde Van Moer in de Britse handen van trainer Harry Game, die hem niet explosief genoeg vond voor in de spits. Van Moer kwam bij het stamnummer 1 niet van de bank, tot de Brit hem een rij achteruitschoof. Met zijn enorme loopvermogen was hij wel geschikt om op het middenveld te heersen.
De positiewisseling leverde Van Moer in zijn tweede seizoen in Eerste Klasse meteen de Gouden Schoen op. “Ik had er nooit aan gedacht deze onderscheiding te krijgen”, zei de immer bescheiden middenvelder bij Het Laatste Nieuws. “Bij Antwerp spraken we zelfs nooit over zo’n trofee.” Deze Wilfried Van Moer moest en zou voor Club Brugge speelde, sprak Constant Vanden Stock. Zijn blauw-zwarte bestuur volgde niet, waarop de toenmalige voorzitter zijn ontslag indiende en naar RSC Anderlecht trok. Of hoe de talentrijke Van Moer in alle bestuurskamers over de tongen ging.
Hoewel de middenvelder heerste over de Belgische velden, kon hij een degradatie van de Great Old in 1968 niet afwenden. Van Moer, toen 23, besloot om andere oorden op te zoeken zodat hij zich verder kon ontwikkelen. RSC Anderlecht dong naar zijn diensten, maar uiteindelijk legde Standard de Liège 6 miljoen frank (zo’n € 150.000) op tafel voor de ‘Kleine Generaal’. Een recordbedrag. In geen tijd ontpopte Van Moer zich tot natuurlijke leider van de Rouches. Onder leiding van coach René Hauss beleefde hij zijn meest succesvolle periode. Standard veroverde drie opeenvolgende landstitels (1969, 1970, 1971) en de Waaslander werd in 1969 en 1970 opnieuw bekroond met de Gouden Schoen.
Ook op Europees niveau gooide Van Moer grote ogen. In het seizoen 1969-1970 schakelden de Luikenaars Real Madrid uit in de achtste finales van Europacup I. Na 1-0 winst op Sclessin zag het er in Madrid lange tijd niet goed uit, maar Van Moer deed de partij kantelen. Standard ging op en over Real: 2-3. Twee seizoenen later haalde Standard opnieuw de laatste acht.
‘Je veux Van Moer’
De kleine Van Moer was intussen ook orkestmeester bij de nationale ploeg. Zijn carrière als international kende twee hoofdstukken en vooral zijn tweede periode bij de Rode Duivels staat in het collectief geheugen gegrift. Bij zijn comeback, vier jaar na zijn afscheid, legde hij met een goal en een assist de basis van een 2-0 zege tegen Portugal. De Van Moer-gekte sloeg toe. Raymond van het Groenenwoud zong zelfs ‘Je veux Van Moer’ op de tonen van zijn ‘Je veux l’amour’. Een hoogtepunt kwam er na een onverhoopte finale op het EK in 1980. De enthousiaste Duivels verloren de finale van een oppermachtig West-Duitsland, maar Van Moer zat voor eeuwig in alle Belgische harten.
Na zijn gouden periode begin jaren ’70 volgde er een sportief dieptepunt. De middenvelder werd door tegenstanders zwaar aangepakt en liep verschillende blessures op. Op het EK van 1972 brak hij zijn been na een tackle van Mario Bertini. Van Moer herstelde, maar sukkelde daarna van de ene in de andere blessure. Een einde in mineur op Sclessin was onvermijdelijk.
Café-uitbater
In 1976 besloot Van Moer een stap terug te zetten. Op 31-jarige leeftijd ruilde hij de ene mijnstad voor de andere. In Beringen vocht Van Moer elk jaar tegen degradatie. Terwijl hij heerste over het Limburgse middenveld, opende hij een café in Hasselt. Het hoogtepunt van de middenvelder leek voorbij.
Na vier jaar Beringen keerde de ‘Kleine Generaal’ terug naar de club waar het allemaal begon. SK Beveren speelde ondertussen in Eerste Klasse en won in 1978 en 1979 de Beker van België. Als ervaren rot kroonde hij zich opnieuw tot patron op het middenveld. Hij ruilde het degradatievoetbal met Beringen in voor Europees voetbal met ‘zijn’ Beveren. Met onder anderen Jean-Marie Pfaff tussen de palen beschikte de Waaslandse club over een sterk team.
Na twee kleurrijke seizoenen in Beveren streek Van Moer voor het laatste hoofdstuk van zijn carrière neer bij STVV, waar hij speler-trainer werd. Na 24 seizoenen in België, drie titels, drie Gouden Schoenen, vier beenbreuken en 57 caps voor de Rode Duivels hing Van Moer zijn schoenen op 39-jarige leeftijd aan de haak.
In augustus 2021 overleed Van Moer aan de gevolgen van een hersenbloeding, maar de herinnering aan de grootmoedige Kleine Generaal blijft eeuwig bestaan.
Erelijst Wilfried Van Moer
Club
-
Kampioen van België: 1969, 1970 & 1971
Individueel
-
Gouden Schoen: 1966, 1969 & 1970